Cavia’s zijn sociale dieren, dit betekent dat je ze niet alleen moet houden. In de natuur leven cavia’s in kolonies en ook als huisdier hebben ze gezelschap van soortgenoten nodig. Wij herplaatsen daarom cavia’s altijd minimaal per twee, tenzij je zelf al een cavia hebt natuurlijk. Onze dieren herplaatsen wij alleen maar in de vorm van één gecastreerde beer met één of meer zeugjes. Waarom? Dat lichten wij hieronder graag toe. Daarnaast beschrijven wij hier wat je kunt verwachten na de koppeling en lichten we veel voorkomend gedrag toe.
Zeugen bij zeugen
Wanneer je twee zeugjes samen houdt kan dit natuurlijk heel goed gaan, maar zeugjes kunnen onderling ook erg kibbelen. Dit komt vaak vanwege hun hormonen of omdat zij beiden dominant willen zijn. Elke 16-17 dagen zijn zeugjes vruchtbaar, bronstig, en kunnen ze, zeker bij afwezigheid van een gecastreerde beer, op elkaar gaan rijden. Soms klikt het echt niet tussen zeugjes, dit heeft dan met rangorde te maken. Als twee zeugjes beide dominant willen zijn, zullen ze dat samen uit moeten maken. Komen ze hier aan uit dan kunnen ze met elkaar gaan vechten.
Beren bij beren
Beren vertonen door hun hormonen haantjes gedrag. Door de hormonen zullen ze opgewonden achter elkaar aan lopen en op elkaar rijden. Vaak lijdt dit gedrag ertoe dat ze uiteindelijk met elkaar zullen gaan vechten. In het wild is het niet meer dan normaal dat een alfa mannetje de jongere telgen op den duur verjaagd, eigenlijk is dit dan ook normaal gedrag. Maar in gevangenschap kunnen ze niet meer doen dan elkaar proberen te ontwijken. De beren moeten vaak continu voor elkaar op hun hoede zijn en kunnen hierdoor erg gestrest raken. Bij berenkoppels zie je ook vaak dat de één beduidend zwaarder is als de andere en telkens “het haasje” is als de ander zijn hormonen even kwijt moet. Continu stress ervaren, op je hoede zijn dat je niet weggejaagd wordt en mogelijk ziek worden door de stress, dat alles bij elkaar lijkt ons geen prettig leven. Sommige mensen raden aan om beren bij elkaar te laten en in een groot verblijf te stoppen waar ze elkaar kunnen ontwijken. Naar onze mening los je hier de problemen niet mee op. Het castreren van de dieren helpt niet tegen de hormonen, ook na de castratie zal dit gedrag blijven. Enkel bij vroegcastratie, als je ze dus castreert voordat ze oud genoeg zijn en de hormonen in werking treden, tonen zij geen haantjesgedrag.
Als je twee beren bij elkaar houdt loop je dus het risico dat ze vroeg of laat met elkaar gaan vechten. Het maakt dan niet uit dat de beren familie, zoals broers of vader en zoon van elkaar zijn. Een berenkoppel kan heel goed gaan, maar kan ook heel erg fout gaan. Helaas krijgen wij regelmatig beren binnen die elkaar flink hebben toegetakeld en echt niet meer bij elkaar gehouden kunnen worden. Om deze reden en omdat wij mensen niet met problemen willen opzadelen, herplaatsen wij geen beren bij beren. Wij kiezen hier bewust voor, ook om verdriet in de toekomst te voorkomen.
Castraat bij één of meer zeugen
Wij raden aan om cavia’s te houden in een koppel of groep van één castraat en één of meer zeugen. Dit is verreweg de meest rustige combinatie. In het wild leven cavia’s over het algemeen ook in groepen van één beer en zeugjes. Eigenlijk is dit dus de meest natuurlijke manier van het houden van cavia’s. De castraat zorgt ervoor dat de zeugjes, als ze vruchtbaar zijn, zo nu en dan worden gedekt en dus ook hun hormonen kunnen uiten. Als de zeugjes onderling gaan kibbelen, zorgt de castraat ervoor dat de rust weder keert in de groep. In bijna alle gevallen gaat in gecastreerde beer met één of meer zeugen goed.
Baby’s
Wij fokken niet met onze dieren, maar hebben geregeld nestjes van dieren die zwanger in de opvang komen en hebben daarom vaak ook jonge dieren die een nieuw thuis zoeken. Babycavia’s zijn natuurlijk ontzettend leuk. Het is leuk om de dieren op te zien groeien tot een volwassen cavia, maar als je voor een babycavia kiest is het wel goed om te weten dat zij nog veel opvoeding nodig hebben. Baby cavia’s zijn nog erg vlug en moeten leren dat mensen niet eng zijn en wat het is om geknuffeld te worden. Hiernaast hebben zij ook opvoeding nodig van een oudere cavia (vanaf c.a. 6 maanden). Wij maken vaak de vergelijking met mensen: twee peuters zet je toch ook niet bij elkaar in een huis zonder volwassenen? Nee, zij moeten opgevoed worden. Dit is natuurlijk ook zo bij dieren. Dat ze geen moedermelk meer nodig hebben, wil niet zeggen dat de opvoeding al klaar is. Daarom raden wij aan om een baby cavia altijd met een iets oudere cavia, die de opvoeding al heeft gehad, te koppelen. Het voordeel is dan ook dat de oudere cavia, die vaak al iets meer gewend is, ook al rustiger is, zich meer laat zien, steun biedt aan de baby cavia, makkelijker te hanteren én al beter te knuffelen is.
Koppelen
Wij koppelen cavia’s altijd in de opvang. Hier kiezen we bewust voor, zodat je naar huis gaat met een koppeltje of groepje waarvan we in de opvang al hebben gezien dat het goed gaat. Klikt het niet? Dan kunnen we ook meteen iets anders proberen. Als je thuis bent, zul je zien dat de cavia’s de eerste dagen/weken aan elkaar moeten wennen. Dat is natuurlijk hartstikke normaal, stel je voor dat je zelf ineens bij een vreemde in huis gaat wonen. Dan moet je ook even wennen aan elkaar en aan je nieuwe thuis. Geef ze de tijd om het samen uit te zoeken en haal ze alleen uit elkaar als ze gaan vechten en zich vastbijten in de ander. Gebeurt dit niet? Dan gaat het vooralsnog prima. Als je ze toch uit elkaar haalt en ze later weer bij elkaar zet, ben je elke keer weer opnieuw aan het koppelen. Dit werkt meestal averechts, beter is het om het ze samen uit te laten zoeken. Merk je dat één van de cavia’s de huisjes gaat verdedigen, haal deze dan de eerste dagen eruit. Als het mannetje met een brommend geluid achter de dame aan gaat en haar probeert te berijden, mag zij hem best op zijn plaats zetten. Dit is normaal gedrag. Twijfel je na een aantal dagen toch of het goed gaat? Neem dan even contact met ons op.
Geluiden
Cavia’s maken tal van geluiden om met elkaar, maar ook met hun omgeving te communiceren. Het meest bekende geluid is natuurlijk het wheepen om eten. Maar ze kunnen nog tal van andere geluiden maken, hieronder een korte opsomming:
- Met geluiden kan een cavia aangeven of ze de andere cavia bijvoorbeeld knap vinden, dit doet meestal de castraat door met een brommend achter het vrouwtje aan te lopen. Vrouwtjes kunnen dit ook doen, meestal als zij vruchtbaar (bronstig) zijn.
- Ze kunnen ook op schoot kletsende wheep geluiden maken, meestal vinden ze het dan wel prettig.
- Een klaaglijke of hoge wheep betekent dat een cavia het niet prettig vindt wat de ander of jij doet of misschien wel pijn heeft.
- Een korte “prrrr” als je bijvoorbeeld met een bos sleutels rinkelt, geeft aan dat ze iets eng vinden. Vaak rennen ze dan ook hard weg of verstijven ze.
- Een zeldzaam geluid is wat ze noemen “waken”, je kunt dit het beste met het gefluit van een tropische vogel vergelijken. Als een cavia dit geluid maakt, waarschuwen ze voor gevaar.
Popcornen
Als cavia’s blij zijn of hun “gekke 5 minuten” hebben, dan kunnen ze gaan popcornen. Dit gedrag wordt zo genoemd, omdat de cavia dan zulke gekke sprongen maakt dat het net lijkt alsof een maïskorreltje openspringt na verwarmen in popcorn.
Tanden klapperen
Als een cavia klappertand doen ze dit meestal om aan te geven dat ze ergens onzeker over zijn of om te waarschuwen “pas op, of ik val je aan”.